Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Te [1]dien dage zal dit lied gezongen worden [2]in het land van Juda; Wij hebben [3]een sterke stad, [4][God] [5]stelt heil tot muren en [6]voorschansen. 1. Te weten, als het volk uit de Babylonische gevangenschap zal verlost zijn, en de kinderen Gods uit de handen hunner vijanden, zo lichamelijke als voornamelijk geestelijke. 2. Dat is, in de gemeente Gods, overal waar die te dien tijde wezen zal, want onder den naam Juda wordt meermalen de kerk Gods verstaan. 3. Aldus wordt de kerk genaamd, omdat zij onder de bescherming van God vast en zeker is en blijft. Hebreeuws, ene stad der sterkte; dat is, ene stad van geweld. 4. Hebreeuws, Hij stelt; te weten God. 5. De zin is: Het heil, dat God haar geeft, is haar muur en vastigheid, waar ze zich op mag verlaten. Hij zal ze daarbij wel behouden, zodat ook de poorten der hel daar niet tegen zullen vermogen, Matth.16:18. Of aldus, God, die ons heil, of onze Heiland en Verlosser is, zal de muur, of beschermer dezer stad, dat is, zijner kerk en gemeente zijn, daarom zal zij sterk, ja onverwinnelijk zijn. 6. Of, voormuren, dwingers, bolwerken.